Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], HEERE! toen Gij [4]voorttoogt van [5]Seir, toen Gij daarheen traadt van het veld van Edom, [6]beefde de aarde, ook droop de hemel, ook dropen de wolken van water. 4. Uw volk voorgaande en leidende door de wolkkolom. 5. Voerende uw volk van den berg Hor [na de overwinning des Kanaanietischen konings van Harad] langs de grenzen der Edomieten, die hun den doortocht weigerden, naar het land der koningen Sihon en Og, om die te verdelgen en Israel in het beloofde land te brengen. Zie Num.20:21, en Num.21:24, enz. 6. Het was alsof zich alle creaturen van onderen en van boven over uw aankomst en tegenwoordigheid ontzetten. Vergelijk Ps.68:8,9.